Nederlandse triatleet zwemt Het Kanaal over

5 september 2000
Triatleet Fons van der Steeg uit Hoogerheide is er in geslaagd om Het Kanaal tussen Dover en Calais over te zwemmen. Fons deed over de onderneming 14 uur. Het was vijf jaar geleden dat voor het laatst een Nederlander (Hans van de Goor) het Kanaal had bedwongen.
Van der Steeg zou aanvankelijk samen met Han Brink zwemmen, maar die had een bacterie-infectie opgelopen tijdens de vele, vele trainingen. Brink kennen de oudgedienden nog als de organisator van de 100 km. van Hoogerheide (een triathlon van het allereerste uur).
Triatleet Fons van der Steeg uit Hoogerheide is er in geslaagd om Het Kanaal tussen Dover en Calais over te zwemmen. Fons deed over de onderneming 14 uur. Het was vijf jaar geleden dat voor het laatst een Nederlander (Hans van de Goor) het Kanaal had bedwongen.
Van der Steeg zou aanvankelijk samen met Han Brink zwemmen, maar die had een bacterie-infectie opgelopen tijdens de vele, vele trainingen. Brink kennen de oudgedienden nog als de organisator van de 100 km. van Hoogerheide (een triathlon van het allereerste uur).
Het regionale dagblad BN De Stem publiceerde op 7 september het volgende artikel:
Nederlandse triatleet zwemt Het Kanaal over
Door Dennis Rijsbergen
DOVER/CALAIS - "Ik stop ermee. Ik kan niet meer." Tussen schuimende golven dobbert hulpeloos een Kanaalzwemmer. Hij is gedesoriënteerd, leeg. Voor de vijfde keer knijpen alle spieren van zijn maag samen. Met het braaksel spoelt ook zijn energie weg. Steeds verder drijft de zwemmer van de boot.
Tantaluskwelling op het Kanaal
De crew aan boord raakt lichtelijk in paniek. De holle verdwaasde ogen in het bleke gelaat van Fons van der Steeg smeken: haal me aan boord. Hij geeft het op. De kapitein doet zijn best om de Pedro richting de uitgeputte Hoogerheidenaar te manoevreren. De manshoge golven beuken intussen genadeloos door. 7,5 uur eerder dook Van der Steeg in de complete duisternis van de nacht vanaf een kiezelstrandje bij het Engelse Dover de ijskoude zee in. 2,5 jaar had hij zich op dit moment voorbereid. Sinds 1995 was het geen Nederlander meer gelukt het Kanaal tussen Engeland en Frankrijk, een afstand van veertig kilometer, zwemmend over te steken.
Moeiteloos
Het eerste uur kent Van der Steeg geen problemen. De Hoogerheidenaar maait schijnbaar moeiteloos met zijn machtige borstcrawl door het water. Het is koud. Zijn vrouw Els en zijn begeleiders Han Brink, Jan Prop en Ronald van der Wekke en een jurylid van de Channel Swimming Association die in het jachtje Pedro naast hem varen, hebben dikke truien en fleecejassen aangetrokken. Van der Steeg heeft enkel en alleen een zwembroekje aan. Watertemperatuur: zeventien graden. Het jurylid ziet er streng op toe dat Van der Steeg geen moment de boot vastpakt. Via een mandje aan een stok krijgt Van der Steeg vanaf de boot bidons met vloeibaar voedsel aangereikt. Sanitaire stops bestaan niet. Al zwemmend of dobberend moet de zwemmer zijn behoefte doen. Vijf uur zwemmen. Het verval zet in. Van der Steeg moet braken. "Ik voel me zo beroerd", jammert de Hoogerheidenaar. Na 7,5 uur zwemmen lijkt het echt met hem gedaan te zijn. Het Kanaal laat plotsklaps zien waarom het zo berucht is bij de zeevaarders. Het briesje verandert in windkracht zes en de gladde zeespiegel in een kolkende watermassa. De kapitein van de Pedro probeert uit alle macht zijn vaartuig naast Van der Steeg te manoevreren. Maar die is aan het einde van zijn latijn en drijft tot afgrijzen van zijn begeleiders steeds verder van de boot weg.
"Ik stop ermee. Ik kan niet meer", kreunt de Hoogerheidenaar. Hij geeft het op. "Je bent op de helft. Je kunt het, bikkel", roept Brink wanhopig. "Nu kun je niet opgeven, watje", schreeuwt Van der Wekke. Het jurylid kijkt bedenkelijk. De begeleiders houden grote borden met teksten op. Op een van die borden leest Van der Steeg door zijn beslagen duikbrilletje: 'Hup papa' en de namen van zijn twee dochters. Met een bovenaardse kracht herpakt de Hoogerheidenaar zich. Hij verbijt alle pijn, verdringt de gedachte aan een lege maag en knokt zich weer door de golven.
De uren kruipen voorbij. Plots gooit een enorme golf de Pedro bijna om. De romp van de boot raakt Van der Steeg. Hij verdwijnt onder water, zijn vrouw gilt. De paniek slaat bij de bleek weggetrokken begeleiders om in opluchting als Van der Steeg weer bovenkomt. Hij klaagt over pijn aan zijn arm, maar met een holle blik zet hij meteen de borstcrawl weer in. Op dat moment weet iedereen aan boord het. Hij gaat het halen. Twaalf uur zwemmen. De rotsen van Calais rijzen hoog boven de boot uit. Een prachtig plaatje, maar voor Van der Steeg begint de Tantaluskwelling op het Kanaal nu echt. Hoe hard hij ook zwemt, de rotsen komen geen centimeter dichterbij, zo lijkt het.
Tergend langzaam
De stroming dreigt Van der Steeg uit de kust te drijven. "Hoe lang nog?", smeekt de Hoogerheidenaar vanuit het water. "Nog een uurtje", liegt Van der Wekke. Tergend langzaam nadert Van der Steeg het strand van Calais. Met nog enkele meters te gaan schreeuwt hij emotioneel: "Hé Brinkie, voor jou." Bij Brink schieten de tranen in de ogen. Aanvankelijk zou hij samen met Van der Steeg de overtocht maken. Maar een bacterie-infectie aan zijn been veroordeelde Brink tot toeschouwer vanaf de Pedro. Met zijn laatste krachten sleept Van der Steeg zijn lichaam na veertien uur zwemmen het strand op. In de branding zakt hij ineen van geluk, kou en uitputting. "Ik wil slapen", kreunt hij uit. Van der Wekke giet een fles champagne over hem leeg. Maar Van der Steeg wil een ding. "Slapen", hijgt hij.
Drie lagen kleding en twee dekens brengen de onderkoelde Van der Steeg langzaam op temperatuur. "Die golven waren echt vreselijk. En de laatste zes uur had ik het ontzettend koud", fluistert hij. Dan glimmen zijn zwartomrande ogen eventjes op. "Toen ik de namen van mijn dochters op die borden zag, barstte ik bijna in janken uit."
DOVER/CALAIS - "Ik stop ermee. Ik kan niet meer." Tussen schuimende golven dobbert hulpeloos een Kanaalzwemmer. Hij is gedesoriënteerd, leeg. Voor de vijfde keer knijpen alle spieren van zijn maag samen. Met het braaksel spoelt ook zijn energie weg. Steeds verder drijft de zwemmer van de boot.
Tantaluskwelling op het Kanaal
De crew aan boord raakt lichtelijk in paniek. De holle verdwaasde ogen in het bleke gelaat van Fons van der Steeg smeken: haal me aan boord. Hij geeft het op. De kapitein doet zijn best om de Pedro richting de uitgeputte Hoogerheidenaar te manoevreren. De manshoge golven beuken intussen genadeloos door. 7,5 uur eerder dook Van der Steeg in de complete duisternis van de nacht vanaf een kiezelstrandje bij het Engelse Dover de ijskoude zee in. 2,5 jaar had hij zich op dit moment voorbereid. Sinds 1995 was het geen Nederlander meer gelukt het Kanaal tussen Engeland en Frankrijk, een afstand van veertig kilometer, zwemmend over te steken.
Moeiteloos
Het eerste uur kent Van der Steeg geen problemen. De Hoogerheidenaar maait schijnbaar moeiteloos met zijn machtige borstcrawl door het water. Het is koud. Zijn vrouw Els en zijn begeleiders Han Brink, Jan Prop en Ronald van der Wekke en een jurylid van de Channel Swimming Association die in het jachtje Pedro naast hem varen, hebben dikke truien en fleecejassen aangetrokken. Van der Steeg heeft enkel en alleen een zwembroekje aan. Watertemperatuur: zeventien graden. Het jurylid ziet er streng op toe dat Van der Steeg geen moment de boot vastpakt. Via een mandje aan een stok krijgt Van der Steeg vanaf de boot bidons met vloeibaar voedsel aangereikt. Sanitaire stops bestaan niet. Al zwemmend of dobberend moet de zwemmer zijn behoefte doen. Vijf uur zwemmen. Het verval zet in. Van der Steeg moet braken. "Ik voel me zo beroerd", jammert de Hoogerheidenaar. Na 7,5 uur zwemmen lijkt het echt met hem gedaan te zijn. Het Kanaal laat plotsklaps zien waarom het zo berucht is bij de zeevaarders. Het briesje verandert in windkracht zes en de gladde zeespiegel in een kolkende watermassa. De kapitein van de Pedro probeert uit alle macht zijn vaartuig naast Van der Steeg te manoevreren. Maar die is aan het einde van zijn latijn en drijft tot afgrijzen van zijn begeleiders steeds verder van de boot weg.
"Ik stop ermee. Ik kan niet meer", kreunt de Hoogerheidenaar. Hij geeft het op. "Je bent op de helft. Je kunt het, bikkel", roept Brink wanhopig. "Nu kun je niet opgeven, watje", schreeuwt Van der Wekke. Het jurylid kijkt bedenkelijk. De begeleiders houden grote borden met teksten op. Op een van die borden leest Van der Steeg door zijn beslagen duikbrilletje: 'Hup papa' en de namen van zijn twee dochters. Met een bovenaardse kracht herpakt de Hoogerheidenaar zich. Hij verbijt alle pijn, verdringt de gedachte aan een lege maag en knokt zich weer door de golven.
De uren kruipen voorbij. Plots gooit een enorme golf de Pedro bijna om. De romp van de boot raakt Van der Steeg. Hij verdwijnt onder water, zijn vrouw gilt. De paniek slaat bij de bleek weggetrokken begeleiders om in opluchting als Van der Steeg weer bovenkomt. Hij klaagt over pijn aan zijn arm, maar met een holle blik zet hij meteen de borstcrawl weer in. Op dat moment weet iedereen aan boord het. Hij gaat het halen. Twaalf uur zwemmen. De rotsen van Calais rijzen hoog boven de boot uit. Een prachtig plaatje, maar voor Van der Steeg begint de Tantaluskwelling op het Kanaal nu echt. Hoe hard hij ook zwemt, de rotsen komen geen centimeter dichterbij, zo lijkt het.
Tergend langzaam
De stroming dreigt Van der Steeg uit de kust te drijven. "Hoe lang nog?", smeekt de Hoogerheidenaar vanuit het water. "Nog een uurtje", liegt Van der Wekke. Tergend langzaam nadert Van der Steeg het strand van Calais. Met nog enkele meters te gaan schreeuwt hij emotioneel: "Hé Brinkie, voor jou." Bij Brink schieten de tranen in de ogen. Aanvankelijk zou hij samen met Van der Steeg de overtocht maken. Maar een bacterie-infectie aan zijn been veroordeelde Brink tot toeschouwer vanaf de Pedro. Met zijn laatste krachten sleept Van der Steeg zijn lichaam na veertien uur zwemmen het strand op. In de branding zakt hij ineen van geluk, kou en uitputting. "Ik wil slapen", kreunt hij uit. Van der Wekke giet een fles champagne over hem leeg. Maar Van der Steeg wil een ding. "Slapen", hijgt hij.
Drie lagen kleding en twee dekens brengen de onderkoelde Van der Steeg langzaam op temperatuur. "Die golven waren echt vreselijk. En de laatste zes uur had ik het ontzettend koud", fluistert hij. Dan glimmen zijn zwartomrande ogen eventjes op. "Toen ik de namen van mijn dochters op die borden zag, barstte ik bijna in janken uit."